Volwassenen

Naar meer vrijheid in spreken

Ik zie de behandeling van volwassenen als een gezamenlijke reis op weg naar meer vrijheid in spreken en openheid rondom het stotteren. Door te praten over het stotteren, het onderzoeken en bespreken van de ‘binnen- en buitenkant’ van uw eigen stottergedrag en het stotteren bespreekbaar te maken met uw directe omgeving, ontstaat er ruimte en vermindert de spanning in en rond het stottermoment. De inhoud en vorm van de therapie worden afgestemd op uw hulpvraag en wensen, sluiten aan op uw mogelijkheden en worden gedurende het traject regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. Hierbij kan het ‘Erasmus procesmodel, het vier-componentenmodel van Stournaras’ gebruikt worden om per component structuur in de therapie aan te brengen. We werken dus niet alleen aan de (spraak)motorische component, maar ook aan de cognitieve, emotionele en sociale component van het stotteren.

‘Stotteren is altijd het probleem van een persoon. Alleen als we de persoon begrijpen, kunnen we het probleem begrijpen. Om de persoon te begrijpen, is het stottergedrag niet het enige gedrag waar we in geïnteresseerd zouden moeten zijn’ –  Sheehan

Soms kan het noodzakelijk of wenselijk zijn dat ik u, na een individueel traject, een groepstherapie adviseer, omdat daar intensiever en effectiever aan de doelen gewerkt kan worden op het gebied van durven spreken, makkelijk stottergedrag en gecontroleerde vloeiendheid. Hiervoor verwijs ik u dan door naar het Stottercentrum Utrecht of één van de intensieve groepstherapieën van de Nederlandse Vereniging voor Stottertherapie (NVST):

  • Je Eigen Spreken (JES) groep voor volwassenen
  • Vrijheid In Praten (VIP) voor volwassenen.

Zie voor uitgebreide informatie hierover www.nedverstottertherapie.nl of www.stottercentra.nl.

Meer informatie

Meer informatie over stotteren is te vinden op:

De Richtlijn Stotteren bij kinderen, adolescenten en volwassenen omvat evidence based aanbevelingen over wanneer een logopedist/stottertherapeut gaat behandelen en met welke behandelmethode. Voor meer informatie verwijs ik u naar de Patiëntenversie van deze Richtlijn.