Kinderen in basisschoolleeftijd (vanaf 6 jaar)

Voor kinderen: Wat is stotteren?


Om te kunnen spreken heb je spieren, zenuwen en hersenen nodig. Wanneer je iets wilt zeggen, maak je eerst een idee in je hersenen. Je hersenen zetten dit om in woorden en daarna in klanken. Vervolgens wordt er vanuit de hersenen, via de zenuwbanen, een seintje gegeven aan de spieren. De zenuwen zorgen ervoor dat de spieren de juiste klanken maken. Er zijn meer dan 150 spieren nodig om te zorgen dat je goed kunt spreken. Soms gaat er iets mis in de samenwerking tussen de hersenen, spieren en zenuwen. Dan wordt er bijvoorbeeld te traag gereageerd door de zenuwen op seintjes vanuit de hersenen. Dan zitten de woorden en klanken wel in je hoofd, maar het lukt niet om deze soepel uit te spreken. Je stottert.

Ik wil je graag helpen om samen te onderzoeken en te oefenen wat jou kan helpen om je vrij te voelen met iedereen te kunnen praten, zodat je zo gemakkelijk mogelijk kunt spreken en kunt zeggen wat je wilt zeggen. Alles waar je aandacht aan geeft, groeit! Ik hoop dat jij na logopedie meer plezier en vrijheid voelt tijdens het spreken en dat je alles durft te zeggen wat je wilt zeggen!!

Voor ouders

Bij oudere basisschoolkinderen werk ik zoveel mogelijk vanuit hun eigen hulpvraag en sluit de behandeling aan bij het specifieke probleem of problemen waar uw kind tegenaan loopt.

Ervaart uw kind vooral een probleem tijdens lezen? Dan gaan we daarmee aan de slag. Is er een probleem bij het houden van spreekbeurten? Dan besteden we hier aandacht aan en werken dit praktisch uit. Samen met het kind gaan we aan het werk met ‘durven praten’, het stotteren bespreekbaar maken en rustig kunnen stotteren vanuit een effectievere aansturing van de praatspieren. Als een kind zelf geen probleem ervaart met zijn stotteren, kan ik ook adviseren om (nog) geen therapie te geven. Kiest u in overleg wél voor behandeling, dan streef ik bij deze leeftijdsgroep zoveel mogelijk naar kortdurende en praktische begeleiding.

Ik betrek ouders, andere gezinsleden en omgeving bij de begeleiding, omdat stotteren vooral een belemmering is in de interactie met anderen. Bovendien reageert de omgeving waarschijnlijk op een verandering in de houding of het spreken (en mate van vloeiendheid) van het kind. Het is voor het kind belangrijk dat er aan een ‘oplossing’ gewerkt wordt vanuit een saamhorigheidsgevoel en dat hij zich gesteund voelt tijdens het veranderingsproces. Ouders zijn daarom van harte welkom bij de therapie en hebben af en toe een afzonderlijk gesprek met de therapeut.

Welke problemen komen stotterende kinderen tegen bij het lezen?

Bij het bepalen van het leesvaardigheidsniveau gebruiken basisscholen de DMT (Drie Minuten Toets). De bijbehorende instructie – ‘zo goed en snel mogelijk lezen’ – levert voor een stotterend kind extra spanning op. Zo krijgt het kind te maken met twee mogelijk uitlokkende factoren van het stotteren, namelijk spanning én tijdsdruk. Hierdoor kan het stotteren toenemen. Het stotteren kost tijd (vertraagt de leessnelheid) waardoor de gewenste snelheid moeilijker te halen is. Met alle frustratie van dien. Dit geldt ook voor het behalen van de AVI-leesniveaus.

Tips voor leerkrachten, ouders en logopedisten

Tips voor leerkrachten, ouders en logopedisten om plezier te (blijven) beleven aan het lezen en het bepalen van het leesvaardigheidsniveau staan in de NFS-folder Stotteren en Lezen; informatie voor leerkrachten (pdf).

Mogelijk kunnen veel frustratie en negatieve ervaringen bij het stotterende kind worden voorkomen als de omgeving zich steeds bewust is van de mogelijke obstakels die een stotterend kind kan ervaren tijdens het testen van de leesvaardigheid en het hardop lezen.

Als alternatief voor de DMT en AVI-toetsen kan de Leestechniek- of Leestempotoets (Cito) afgenomen worden. Hierbij hoeft het kind niet hardop te lezen en kan er ook een AVI-niveau bepaald worden. Deze stil-leestoetsen bieden een objectieve bepaling van de leesvaardigheid.

Meer informatie is te lezen in folders en boeken op www.stotteren.nl.